AANDACHT
Blote wortel plantgoed is leverbaar van half november tot eind maart,
het ideale plantseizoen voor succesvolle aanplant.
Xanthoceras sorbifolium - Chinese gele hoorn
Chinese 'kastanjeboom' (mei-bloeier) met eetbare zaden als kastanje; rijpt sep–okt; voor zonnige, doorlatende plek; nuttig in voedselbos en biodiverse tuin.
Maat: 40 / 60 cm - Blote wortel |
Bestuiving: beter met kruisbestuiving |
Licht: zon tot halfschaduw |
Syntropie: 60% - 80% licht (high) |
Bodem pH: licht zuur, neutraal |
Vochtigheid: fris |
Winterhard tot zeker: -25°C |
Pluk: eind september, begin oktober |
Gebruik: dessert (vers), keuken (verwerkt) |
Xanthoceras sorbifolium, ook wel ‘yellowhorn’ of Chinese kastanjeboom genoemd, is een bladverliezende struik of kleine boom uit het noorden van China. De soort werd daar al eeuwenlang gekweekt omwille van haar veelzijdigheid: sierwaarde, voedselbron én oliehoudende zaden. Het is een zeldzaam lid van de zeepboomfamilie (Sapindaceae), met opvallende witte bloesems in het voorjaar en kastanjeachtige vruchten in het najaar — een robuuste, droogtetolerante plant met meerdere functies in tuin of voedselbos.
De vruchten zijn leerachtige, driekleppige capsules van ongeveer 5 tot 6 cm, die openspringen om glanzende zwarte zaden vrij te geven. Deze zaden zijn eetbaar, ongeveer 1,3 tot 1,5 cm groot, en smaken gekookt of geroosterd naar zoete kastanje of macadamianoot. Het blad is geveerd samengesteld met 9 tot 17 glanzende deelblaadjes, en vormt samen met de bloem een sterk architecturaal accent. De vruchten worden pas in de herfst zichtbaar, maar zijn goed houdbaar en ook geschikt voor verwerking.
De plant bloeit in mei, vaak nog vóór of gelijktijdig met het uitlopen van het blad. De grote witte bloemen hebben een geelgroen centrum dat later rood kleurt — een opvallend fenomeen. De zaden zijn oogstklaar in september tot oktober. In een zonnige, warme standplaats is de vruchtzetting het sterkst. In koelere zomers kan de vruchtzetting beperkt blijven, vooral zonder kruisbestuiving of bij late vorst tijdens de bloei.
De zaden zijn de hoofdgebruikswaarde: ze worden geroosterd of gekookt gegeten en bevatten een voedzame olie die lokaal gewaardeerd wordt als eet- en gezondheidsolie. Ook jonge bladeren en bloemblaadjes kunnen gekookt gegeten worden, hoewel ze zelden commercieel worden gebruikt. Door hun hoge oliegehalte en milde smaak zijn de zaden interessant voor kleine voedselproductie, zeker in drogere regio’s waar andere noten moeilijk groeien.
Xanthoceras sorbifolium groeit als een meerstammige struik of kleine boom, met een hoogte van 3 tot 5 meter. De groeiwijze is open en luchtig. De plant houdt van volle zon en een goed doorlatende bodem — zand, leem of lichte klei zijn geschikt. Hij is winterhard tot –25 °C, maar de bloesem is gevoelig voor late lentenachtvorst. Snoei is beperkt nodig: verwijder alleen dode of storende takken in de winter. Een mulchlaag rond de voet helpt bij vochtbehoud en bodemleven. De bloemen trekken bijen en vroege bestuivers aan, en passen goed in biodiversiteitsrijke systemen.
De soort is deels zelfbestuivend, maar de vruchtzetting neemt merkbaar toe bij de aanplant van meerdere exemplaren. Bestuiving gebeurt door insecten, vooral bijen. De bloemen verschijnen in mei en zijn rijk aan nectar. In voedselbossen of natuurlijke tuinen biedt de plant een vroege voedselbron voor bestuivers en een late oogst voor de mens.