AANDACHT
Blote wortel plantgoed is leverbaar van half november tot eind maart,
het ideale plantseizoen voor succesvolle aanplant.
Pyrus communis 'Beurré Dilly' - Peer
Belgische dessertpeer (1848): groot, bolronde vruchten met sappig, boterzacht vruchtvlees en friszoete smaak; geoogst in sept-oktober, best vers gegeten.
Bestuiving: niet zelfbestuivend (zie beschrijving voor bestuivers) |
Licht: zon tot halfschaduw |
Syntropie: 60% - 80% licht (high) |
Bodem pH: licht zuur, neutraal |
Vochtigheid: fris |
Winterhard tot zeker: -15°C |
Pluk: eind september, begin oktober |
Gebruik: dessert (vers), keuken (verwerkt) |
Oorsprong en achtergrond
‘Beurré Dilly’ is een Belgisch perenras dat rond 1848 werd verkregen door M. V. Dilly uit Jollain (Brunehaut), nabij Tournai. Het ras werd in de 19e eeuw opgenomen in de pomologische collecties en geprezen om zijn sappige en boterachtige textuur. De naam “Beurré” verwijst naar het smeltende vruchtvlees dat zo typerend is voor deze perengroep. Als regionale vondst kende het enige verspreiding in België en Noord-Frankrijk, waar het gewaardeerd werd als smaakvolle, vroeg-herfstige dessertpeer.
Vruchten
De vruchten zijn groot, eerder bolrond tot turbiné van vorm, soms bijna even hoog als breed. De schil is mat, geelgroen bij rijpheid met een ruwe structuur, vaak versierd met een roodbruine blos aan de zonzijde en bruine roestvlekken rond de steel. Het vruchtvlees is wit tot lichtgeel, zeer sappig, boterzacht en smeltend. De smaak is volzoet met een verfijnd zuurtje dat zorgt voor een frisse toets en een rijk aroma dat aan Beurré Gris doet denken.
Rijping
‘Beurré Dilly’ wordt doorgaans geoogst in september tot begin oktober. Het is een peer die vooral geschikt is voor directe consumptie of korte bewaring. Enkele weken koel opgeslagen behoudt hij nog goed zijn kwaliteit, maar de sappige structuur maakt hem niet geschikt voor langdurige opslag.
Culinair
Deze peer is een uitgesproken dessertpeer en komt het best tot zijn recht vers uit de hand, wanneer de volle sappigheid en het fijne aroma maximaal tot uiting komen. Voor koken of bakken is hij minder geschikt, aangezien hij door zijn smeltende structuur snel uit elkaar valt. Wel kan hij gebruikt worden in lichte compotes of frisse salades, waarin zijn zoetheid en geurige karakter de toon zetten.
Boomverzorging en onderhoud
De boom groeit krachtig en vormt stevige, licht gebogen takken. Hij doet het goed op vruchtbare, leemachtige bodems met goede drainage en vraagt een zonnige standplaats. ‘Beurré Dilly’ staat bekend als redelijk resistent tegen schurft, wat hem aantrekkelijk maakt voor ecologische teelt. Regelmatige vormsnoei houdt de kroon luchtig en bevordert vruchtkwaliteit en kleur. Dankzij zijn natuurlijke groeikracht kan hij ook goed als leiboom of in halfstamvorm worden gekweekt.
Bestuiving
‘Beurré Dilly’ is niet zelfbestuivend en vraagt kruisbestuiving voor een goede opbrengst. Hij bloeit middellaat en kan rekenen op een breed scala aan compatibele rassen. Geschikte bestuivers zijn onder meer: Précoce Henin, Ananas de Courtrai, Beurré Lebrun, Duchesse d’Angoulème, Beurré de Naghin, Bronzée d’Enghien, Bon Chrétien Williams, Calebasse à la Reine, Triomphe de Vienne, Seigneur Esperen, Beurré Superfin, Conference, Jefkespeer (Beurré Chaboceau), Beurré Hardy, Durondeau, Légipont (Fondante de Charneux), Beurré d’Hardenpont, Jeanne d’Arc en Joséphine de Malines.