AANDACHT
Blote wortel plantgoed is leverbaar van half november tot eind maart,
het ideale plantseizoen voor succesvolle aanplant.
Mespilus germanica 'Big Wild' - Mispel
Waarschijnlijk vondeling: grote roestbruine mispels, zacht en kruidig na vorst.
Bestuiving: zelfbestuivend |
Licht: zon tot halfschaduw |
Syntropie: 60% - 80% licht (high) |
Bodem pH: licht zuur, neutraal, licht alkalisch |
Vochtigheid: fris |
Winterhard tot zeker: -15°C |
Gebruik: keuken (verwerkt), dessert (vers) |
Oorsprong en achtergrond
‘Big Wild’ is geen breed gekweekt ras, maar vermoedelijk een vondeling, opgemerkt om zijn opvallend grote vruchten. De naam ‘Big Wild’ verwijst dan ook letterlijk naar zijn karakter: een 'in het wild gevonden' mispel met uitzonderlijk forse vruchten. Dergelijke vondelingen worden vaak behouden en vermeerderd binnen liefhebbers- en permacultuurkringen.
Vruchten
De vruchten zijn groot voor een mispel, vaak 4 tot 5 cm in diameter, breed kelkvormig en enigszins afgeplat. De schil is roestbruin tot kastanjebruin, met een fijne, viltige textuur. Onrijp zijn ze hard en wrang, maar na de eerste vorst of enkele weken narijpen (‘bletten’) worden ze zacht, bruin en aromatisch. Het vruchtvlees is dan zacht en geurig, met een zoet-kruidige smaak die doet denken aan appelmoes, dadels en karamel.
Rijping
‘Big Wild’ rijpt laat in het seizoen, doorgaans in oktober. De vruchten blijven lang hangen en kunnen zelfs de eerste nachtvorst verdragen. Ze worden eetbaar nadat ze ‘geblet’ zijn, dat wil zeggen: gedeeltelijk overrijp en zacht geworden. Dat gebeurt spontaan na vorst of tijdens bewaring, waardoor de vruchten eetrijp zijn van november tot januari.
Culinair
Net als andere mispels komt ‘Big Wild’ pas volledig tot zijn recht na bletting. Dan is het vruchtvlees zacht, aromatisch en delicaat zoetzuur. De vruchten zijn geschikt vers uit de hand, maar ook ideaal voor mispelmoes, confituur, chutney, siroop of likeur. Door hun grotere formaat laten ze zich gemakkelijker verwerken dan de kleine wilde vormen.
Boomverzorging en onderhoud
De boom groeit traag tot middelmatig, met een lage, brede kroon en sterk decoratieve, viltig behaarde bladeren. Hij vraagt een zonnige, warme standplaats en vruchtbare, goed doorlatende grond. Het is een zeer winterhard en ziekteresistent type, uitstekend geschikt voor natuurlijke tuinen en gemengde houtwallen. Snoei is nauwelijks nodig, enkel wat vormsnoei of het verwijderen van dode takken. De grote witte bloemen in mei trekken veel bijen, terwijl de rijpe vruchten in de late herfst geliefd zijn bij vogels.
Bestuiving
Zoals de meeste mispels is ‘Big Wild’ zelfbestuivend, maar kruisbestuiving met andere mispelaars kan de vruchtzetting verhogen.