AANDACHT

Blote wortel plantgoed is leverbaar van half november tot eind maart
het ideale plantseizoen voor succesvolle aanplant.

Fagus sylvatica - Beuk

https://www.vloet-permafruit.com/web/image/product.template/321/image_1920?unique=581075f

Inheemse climaxboom, traag maar indrukwekkend. Geeft schaduw, beukennootjes en waardevol hout; ideaal voor hagen en volwassen bosstructuur.

1,84 € 1.84 EUR 1,84 € Inclusief BTW

1,84 € Inclusief BTW

Niet beschikbaar voor verkoop

  • Maat
  • Licht
  • Licht
  • Licht
  • Syntropie
  • Syntropie
  • Bodem pH
  • Bodem pH
  • Bodem pH
  • Vochtigheid
  • Vochtigheid

Deze combinatie bestaat niet. 
Selecteer een andere MAAT of ONDERSTAM.

Niet op voorraad
Ongeldige e-mail
We informeren je zodra het product weer op voorraad is.
Toegevoegd aan je verlanglijst
Maat: 50 / 80 - Blote wortel
Licht: zon tot halfschaduw, halfschaduw, schaduw
Syntropie: 60% - 80% licht (high), 40% - 60% licht (medium)
Bodem pH: licht zuur, neutraal, licht alkalisch
Vochtigheid: fris, vochtig

1. Introductie

De gewone beuk is een statige, inheemse boom die ons landschap al eeuwen tekent. Van koninklijke dreven tot schaduwrijke bossen: overal waar hij zich vestigt, domineert hij met zijn dichte bladerdak. Hij behoort tot de climaxsoorten van onze streken – bomen die verschijnen wanneer het landschap zijn volledige bosstadium bereikt. In hagen wordt hij vaak verward met de haagbeuk (Carpinus betulus), maar beuk groeit trager en vormt uiteindelijk een meer gesloten scherm.

2. Kenmerken en seizoensbeeld

  • Voorjaar: jonge bladeren ontluiken in april/mei, zacht en doorschijnend lichtgroen, met fijne haartjes langs de rand.
  • Zomer: glanzend donkergroen loof in een dicht bladerdak dat diepe schaduw werpt. Kleine katjes zijn de bloeiwijze, maar vallen nauwelijks op.
  • Herfst: bladeren verkleuren naar goudbruin of koperrood en blijven vaak tot in de winter hangen (vooral in hagen).
  • Winter: gladde, grijze stam die in volwassen exemplaren massief en majestueus oogt.
    Hij groeit uit tot een indrukwekkende boom (30–40 m), maar verdraagt ook strak haagbeheer.

3. Ecologische functie en biodiversiteitswaarde

  • Voedsel: beukennootjes zijn rijk aan olie en eiwit, geliefd bij vogels, muizen, eekhoorns en wilde zwijnen.
  • Habitat: oude beuken zijn belangrijke dragers van mossen, paddenstoelen en holenbroeders.
  • Bodem: met zijn dikke bladstrooisel bevordert beuk een zure, schimmeldominante bodem, die de vestiging van andere soorten kan bemoeilijken.
  • Schaduwfunctie: door zijn dichte kroon creëert hij diepe schaduw – een functie die zowel beperkend als beschermend kan zijn.
    In onze voedselbossen gebruiken we beuk zelden als pionier, maar wel als blijvende achtergrondsoort die structuur en schaduw geeft in de latere fases.

4. Toepassing in ontwerp en systeem

  • Hagen en heggen: vaak gebruikt in formele hagen, waarbij de bladeren in de winter blijven hangen en beschutting geven.
  • Bosrand en erfbeplanting: geschikt als achtervang of majestueuze solitair, minder geschikt voor kleinschalige heggen in een dynamisch systeem.
  • Combinaties: harmoniseert met haagbeuk, veldesdoorn en linde; minder goed naast lichtminnende of gevoeligere soorten die de diepe schaduw niet verdragen.

5. Gebruik, eetbaarheid of medicinale waarde

  • Beukennootjes: eetbaar in kleine hoeveelheden (licht giftige stoffen bij overvloedig gebruik). Vroeger geperst tot olie.
  • Hout: zeer gewaardeerd, hard en homogeen, gebruikt in meubelmakerij, parket en keukengerei.
  • Geneeskrachtig: geen uitgesproken toepassingen, al werd het bladstrooisel wel traditioneel gebruikt als strooimateriaal in stallen.

6. Beheer & standplaats

  • Standplaats: gedijt op diepe, vochtige leem- en kleibodems; verdraagt geen langdurige droogte of extreme natheid. Half- tot schaduwminnend als jonge boom, later zonbestendig.
  • Beheer:
    • Geschikt voor hagen (strak te snoeien) én als vrijstaande boom.
    • Groeit traag uit, maar wordt oud en imposant.
    • Let op: jonge beuken zijn gevoelig voor schorsbrand bij plotselinge blootstelling aan volle zon. Zorg in de jeugdfase voor beschutting door begeleidende soorten of behoud van bosrandcontext.
  • Syntropisch beheer:
    • Reageert traag op snoei; levert minder biomassa dan pioniers zoals wilg of els.
    • Bladstrooisel draagt sterk bij aan schimmeldominante bodemopbouw.
    • Niet ideaal als snelle werksoort, wel als stabiele, langlevende structuur in een volwassen systeem.

De gewone beuk is daarmee geen snelle bouwer, maar een blijvende reus: traag, schaduwrijk en rijk aan noten en hout. Een soort die het landschap naar zijn eindstadium leidt en tegelijk diepe rust en bescherming biedt.


Je dynamische snippet wordt hier weergegeven ... Dit bericht wordt weergegeven omdat je niet zowel een filter als een sjabloon hebt opgegeven om te gebruiken.