ATTENTION
Les plants à racines nues sont disponibles de la mi-novembre à fin mars,
la saison idéale pour une plantation réussie.
Prunus dulcis 'Robijn' - Amande
Robijn is een van de meest geschikte rassen om lekkere amandelen te kweken in noordelijke regio's.
Pollinisation: autofertile, mieux avec la pollinisation croisée |
Exposition: soleil à mi-ombre |
Syntropie: 60% - 80% lumière (haut) |
pH du sol: légèrement acide, neutre, légèrement alcalin, alcalin (calcaire) |
Humidité du sol: semi-humide |
Rustique jusqu'à au moins: -15°C |
Récolte: fin août, début septembre |
Utilisation: table (frais), cuisine (transformé) |
Oorsprong en achtergrond
‘Robijn’ is een Nederlandse selectie van amandel, ontwikkeld aan het Proefstation voor de Fruitteelt in Wilhelminadorp (Zeeland) in de tweede helft van de 20e eeuw. Dit ras ontstond uit een kruising tussen amandel en perzik, met als doel een boom te creëren die ook in het koelere, vochtiger klimaat van de Lage Landen goed kon gedijen.
‘Robijn’ combineert de sierwaarde van een bloeiende amandel met de betrouwbaarheid van een gezonde, winterharde vruchtboom, en is vandaag de meest aanbevolen amandelvariëteit voor particuliere tuinen in Nederland en België.
Vruchten
De noten zijn middelgroot, iets langwerpig en licht afgeplat van vorm. De halfharde dop laat zich gemakkelijk kraken en bevat een goed gevulde pit. De kern is lichtbruin, glad en zoet van smaak, zonder bitterheid — een onderscheidend kenmerk dat ‘Robijn’ geliefd maakt voor verse consumptie.
Hoewel de vruchten kleiner zijn dan bij zuiderse rassen, is de kwaliteit hoog en de smaak romig, zacht en aromatisch, met een subtiele perziktoets afkomstig van haar hybride achtergrond.
Rijping
‘Robijn’ behoort tot de middelvroege amandels. Ze bloeit doorgaans in maart, meestal nét na het risico op strenge vorst, en de noten zijn oogstrijp vanaf eind augustus tot begin september. De oogst is regelmatig, en de pitten kunnen koel en droog bewaard worden zonder kwaliteitsverlies.
Culinair
De amandelen van ‘Robijn’ zijn zoet, aromatisch en zacht van structuur, ideaal voor vers gebruik, maar ook geschikt voor gebak, marsepein, amandelpasta, pralines of lichte notenolie. Na droging blijven ze lang houdbaar. Door hun evenwichtige smaak worden ze vaak vergeleken met amandelen van zuiderse rassen, maar dan met een subtiel frissere toon.
Boomverzorging en onderhoud
De boom groeit gezond en matig krachtig, met een vrij open, luchtige kroon. Hij kan als vrijstaande boom worden aangeplant en vormt dan een prachtig bloeiaccent in de tuin dankzij de roze bloemen in het vroege voorjaar.
‘Robijn’ vraagt een zonnige, beschutte standplaats — bij voorkeur tegen een zuidmuur of op een warme, luwteplek — en een goed doorlatende, neutrale tot licht alkalische bodem met een pH tussen 6,9 en 7,5.
Bij het planten worden de lange twijgen met ongeveer een derde ingekort om een evenwichtige kroonopbouw te bevorderen. De planttijd is februari, met een aanbevolen plantafstand van circa 4 × 5 meter.
De boom verdraagt droogte redelijk goed, maar houdt niet van natte voeten. Snoei na de bloei of in de zomer om het risico op infecties te beperken.
Bestuiving
‘Robijn’ is zelfbestuivend, maar kruisbestuiving verhoogt de vruchtzetting en geeft meer én grotere amandelen. Goede bestuivers zijn ‘Ferragnes’, ‘Lauranne’, ‘Marinada’ (grote kwaliteitsvruchten, mits goed bestoven) en ‘Steliette’. Soms worden zelfs perzikrassen met gelijke bloeitijd gebruikt als bestuiver.