ATTENTION
Les plants à racines nues sont disponibles de la mi-novembre à fin mars,
la saison idéale pour une plantation réussie.
Prunus armeniaca 'Hongaarse' - Abricot
Franse abrikoos (18e eeuw): middelgrote oranje vruchten met rode blos, sappig en aromatisch zoet; rijpt in juli, ideaal als dessertabrikoos.
| Pollinisation: autofertile, mieux avec la pollinisation croisée |
| Exposition: soleil à mi-ombre |
| Syntropie: 60% - 80% lumière (haut) |
| pH du sol: légèrement acide, neutre |
| Humidité du sol: semi-humide |
| Rustique jusqu'à au moins: -15°C |
| Récolte: fin juillet, début août |
| Utilisation: table (frais), cuisine (transformé) |
Oorsprong en achtergrond
De abrikoos ‘Hongaarse’ is een oud ras dat vermoedelijk uit Hongarije afkomstig is, waar abrikozen al eeuwenlang een belangrijke rol spelen in de fruitteelt. Het ras verspreidde zich in de 19e eeuw naar Midden- en West-Europa, waar het bekendheid kreeg om zijn productiviteit en veelzijdigheid. Vooral in Hongarije en Oostenrijk werd dit type abrikoos traditioneel gebruikt voor verwerking tot jam, gebak en likeuren.
Vruchten
De vruchten zijn middelgroot tot groot, ovaal en regelmatig van vorm. De schil is goudgeel tot oranje, vaak met een oranjerode blos aan de zonzijde. Het vruchtvlees is stevig, oranje van kleur, sappig en zoet, met een fris aroma dat bij rijpheid vol en honingachtig wordt. De pit is middelgroot en laat zich meestal goed van het vruchtvlees lossen.
Rijping
‘Hongaarse’ is een middentijds tot laat rijpend ras, doorgaans in juli tot begin augustus. De vruchten rijpen vrij gelijkmatig en kunnen korte tijd worden bewaard, maar komen het best tot hun recht vers van de boom of kort na de oogst verwerkt.
Culinair
Dit is een dubbeldoelras: uitstekend vers te eten, maar ook bijzonder geschikt voor verwerking. In Midden-Europa worden de vruchten traditioneel gebruikt voor abrikozenconfituur, gebak (zoals de Weense Marillenkuchen), compote en brandewijn (Marillenschnaps). Door hun stevige vruchtvlees behouden ze goed structuur bij koken en bakken.
Boomverzorging en onderhoud
De boom groeit krachtig en vormt een brede, open kroon. Hij verlangt een warme, zonnige en beschutte standplaats, bij voorkeur op een kalkrijke, goed doorlatende leem- of zandgrond. Zoals de meeste abrikozenrassen is ook ‘Hongaarse’ gevoelig voor Monilia (bloesem- en taksterfte) en voor vorstschade bij vroege bloei. Een luchtige standplaats, jaarlijkse snoei na de oogst en bescherming tegen natte lentes zijn belangrijk om de boom gezond te houden.
Bestuiving
‘Hongaarse’ is zelfvruchtbaar, maar kruisbestuiving met andere abrikozenrassen kan leiden tot een betere vruchtzetting en hogere opbrengst, zeker bij koelere lentes.