ATTENTION
Les plants à racines nues sont disponibles de la mi-novembre à fin mars,
la saison idéale pour une plantation réussie.
Crataegus x ruscinonensis - Aubépine
Hybride meidoorn (monogyna × azarolus): middelgrote boom met grotere oranje-rode vruchten, mildzoet en meelachtig, bruikbaar in confituur en siroop.
Porte-greffe: Aubépine |
Pollinisation: autofertile |
Exposition: soleil à mi-ombre |
Syntropie: 60% - 80% lumière (haut) |
pH du sol: légèrement acide, neutre, légèrement alcalin |
Humidité du sol: semi-humide |
Rustique jusqu'à au moins: -15°C |
Récolte: mi-septembre, mi-octobre |
Utilisation: cuisine (transformé), table (frais) |
Oorsprong en achtergrond
Crataegus × ruscinonensis is een zeldzame hybride meidoorn die van nature voorkomt in Zuid-Frankrijk en het noorden van Spanje. De naam verwijst naar Ruscino, de oude naam van Perpignan, waar deze kruising voor het eerst werd beschreven. Het is een natuurlijke kruising tussen Crataegus monogyna (eenstijlige meidoorn) en Crataegus azarolus (azaroolmeidoorn). Daardoor verenigt hij de robuustheid en bloeirijkdom van de eenstijlige meidoorn met de grotere en smakelijkere vruchten van de azarool.
Vruchten
De vruchten zijn opvallend groter dan die van de gewone meidoorn: 1,5 tot 2,5 cm in diameter, rond tot iets afgeplat. Hun kleur varieert van oranjegeel tot rood, afhankelijk van de standplaats en rijpingsgraad. Het vruchtvlees is zacht, meelachtig en mildzoet met een lichte kruidige toets. Binnenin bevinden zich meestal twee tot drie pitten.
Rijping
De boom bloeit in mei met witte bloemtuilen die rijk bezocht worden door insecten. De vruchten rijpen in september-oktober. Ze blijven niet lang stevig en worden dus best kort na rijping geoogst.
Culinair
De vruchten zijn eetbaar en geschikt om vers te proeven, al zijn ze minder uitgesproken van smaak dan die van de azarool. Ze worden vooral gebruikt voor confituur, siropen en compotes. Dankzij hun milde smaak en hoge pectinegehalte zijn ze geschikt als mengfruit met andere vruchten. In de streken van oorsprong werden ze traditioneel ingemaakt of gedroogd als wintervoorraad.
Boomverzorging en onderhoud
Crataegus × ruscinonensis groeit uit tot een middelgrote boom of forse struik van 4 tot 6 meter hoog. Het blad is diep gelobd, frisgroen en lijkt op dat van C. monogyna, maar is vaak groter en forser. De boom verdraagt uiteenlopende bodems, zolang die goed doorlatend zijn, en staat graag zonnig. Hij is droogteresistent, redelijk winterhard en geschikt voor extensieve boomgaarden en voedselbossen.
Bestuiving
De bloemen zijn tweeslachtig en worden bestoven door insecten. De boom is grotendeels zelfvruchtbaar, maar kruisbestuiving met andere Crataegus-soorten of meerdere exemplaren van hetzelfde type kan de vruchtzetting verbeteren.