Se rendre au contenu

ATTENTION

Les plants à racines nues sont disponibles de la mi-novembre à fin mars
la saison idéale pour une plantation réussie.

Crataegus tanacetifolia - Aubépine

https://www.vloet-permafruit.com/web/image/product.template/290/image_1920?unique=4f9598f

Meidoorn met blad van tanacetum: kleine boom met diep ingesneden, varenachtig blad en grote oranje-rode vruchten met melig, zoetzurig vruchtvlees, ideaal voor verwerking.

18,87 € 18.87 EUR 18,87 € Toutes taxes comprises

Not Available For Sale

  • Taille
  • Porte-greffe
  • Pollinisation
  • Exposition
  • Syntropie
  • pH du sol
  • pH du sol
  • pH du sol
  • Humidité du sol
  • Rustique jusqu'à au moins
  • Récolte
  • Récolte
  • Utilisation
  • Utilisation

Deze combinatie bestaat niet. 
Selecteer een andere MAAT of ONDERSTAM.

Niet op voorraad
Ongeldige e-mail
We informeren je zodra het product weer op voorraad is.
Toegevoegd aan je verlanglijst
Porte-greffe: Aubépine
Pollinisation: autofertile
Exposition: soleil à mi-ombre
Syntropie: 60% - 80% lumière (haut)
pH du sol: légèrement acide, neutre, légèrement alcalin
Humidité du sol: semi-humide
Rustique jusqu'à au moins: -15°C
Récolte: mi-septembre, mi-octobre
Utilisation: cuisine (transformé), table (frais)

Oorsprong en achtergrond
Crataegus tanacetifolia is een bijzondere meidoornsoort die oorspronkelijk voorkomt in Turkije, Iran en de Kaukasus. Zijn naam verwijst naar het opvallende loof dat doet denken aan dat van Tanacetum vulgare (boerenwormkruid), met diep ingesneden, veerdelige bladeren. In zijn oorspronkelijke leefgebied groeit hij vaak op droge, rotsachtige hellingen en wordt hij al eeuwenlang gewaardeerd als voedsel- en medicijnplant.

Vruchten
De vruchten zijn opvallend groot voor een meidoorn: tot 2,5 à 3 cm in diameter, rond tot iets afgeplat. Hun kleur varieert van oranjegeel tot dieprood, afhankelijk van de rijping. Het vruchtvlees is meelachtig maar eetbaar, met een zachte, zoetzure smaak en een vleugje kruidigheid. Elke vrucht bevat meerdere harde pitten. Door hun grootte en kleur zijn ze zowel aantrekkelijk voor de mens als voor vogels.

Rijping
De bloei vindt plaats in mei, met witte bloemtrossen. De vruchten rijpen in september-oktober en worden best geoogst wanneer ze volledig verkleurd zijn. Ze blijven doorgaans niet heel lang stevig, waardoor tijdige pluk belangrijk is voor vers gebruik.

Culinair
De vruchten worden in de herkomstlanden zowel vers gegeten als verwerkt in confituren, siroop en compotes. Dankzij hun formaat en pectinegehalte lenen ze zich ook goed voor gelei. Hun melige textuur maakt ze minder geschikt als echte dessertvrucht, maar in mengbereidingen geven ze een aangename kleur en smaak.

Boomverzorging en onderhoud
Crataegus tanacetifolia groeit uit tot een kleine tot middelgrote boom van 5 tot 7 meter hoog. Hij vormt een ronde, open kroon met doornige takken en het kenmerkende diep ingesneden, varenachtig loof dat hem een sierlijke uitstraling geeft. Deze soort is zeer droogteresistent en stelt weinig eisen aan de bodem, zolang die goed doorlatend en niet te zuur is. Hij houdt van een zonnige standplaats en verdraagt kalkrijke gronden uitstekend. Winterhard tot circa –20 °C.

Bestuiving
De bloemen zijn hermafrodiet en worden door insecten bestoven. De boom is grotendeels zelfvruchtbaar, maar kruisbestuiving met andere Crataegus-soorten kan leiden tot een rijkere vruchtzetting.

Je dynamische snippet wordt hier weergegeven ... Dit bericht wordt weergegeven omdat je niet zowel een filter als een sjabloon hebt opgegeven om te gebruiken.