ATTENTION
Les plants à racines nues sont disponibles de la mi-novembre à fin mars,
la saison idéale pour une plantation réussie.
?unique=b8f9830)
Crataegus ellwangeriana 'Fire Ball' - Aubépine
‘Fire Ball’ meidoorn: compacte boom met felrode herfstvruchten, eetbaar maar vooral decoratief.
| Porte-greffe: Aubépine |
| Pollinisation: autofertile |
| Exposition: soleil à mi-ombre |
| Syntropie: 60% - 80% lumière (haut) |
| pH du sol: légèrement acide, neutre, légèrement alcalin |
| Humidité du sol: semi-humide |
| Rustique jusqu'à au moins: -15°C |
| Récolte: mi-septembre, mi-octobre |
| Utilisation: cuisine (transformé), table (frais) |
Oorsprong en achtergrond
Crataegus ellwangeriana is een Noord-Amerikaanse meidoornsoort, afkomstig uit de staten New York en Pennsylvania. De cultivar ‘Fire Ball’ werd geselecteerd vanwege zijn opvallend felle vruchtkleur en sierwaarde in de herfst en winter. Het is een relatief recente introductie in de siertuin- en voedselbosaanplant en wordt gewaardeerd als robuuste, decoratieve soort met eetbare bessen.
Vruchten
‘Fire Ball’ produceert talrijke kleine, ronde vruchten van 1 tot 1,5 cm doorsnede. Ze kleuren intens rood tot oranjerood en contrasteren sterk met het donkergroene blad. De vruchten blijven vaak lang aan de boom hangen en geven een vuurrode gloed in de herfst, waar de cultivar zijn naam aan dankt. Het vruchtvlees is zacht en meelachtig, licht zoetzuur van smaak. Hoewel minder verfijnd dan andere Crataegus-soorten, zijn de vruchten eetbaar en bruikbaar in verwerkte vorm.
Rijping
De bloei vindt plaats in mei, met witte bloemtrossen die aantrekkelijk zijn voor bijen. De vruchten rijpen in september-oktober en blijven vaak tot diep in de winter hangen, waardoor ze een waardevolle voedselbron vormen voor vogels en andere dieren.
Culinair
De vruchten kunnen vers gegeten worden, maar smaken pas echt goed verwerkt in gelei, confituur, compotes of siropen. Hun hoge pectinegehalte maakt ze geschikt om te mengen met andere vruchten. In voedselbossen en natuurlijke tuinen dienen ze vaak meer als aanvulling en diversiteit dan als hoofdvrucht.
Boomverzorging en onderhoud
‘Fire Ball’ groeit uit tot een kleine boom of grote struik van 4 tot 6 meter hoog, met een compacte, ronde kroon. Het loof is diep gelobd en kleurt in de herfst vaak geel tot oranje. De boom is zeer winterhard en verdraagt uiteenlopende bodems, zolang deze goed doorlatend zijn. Hij is goed bestand tegen droogte en stedelijke omstandigheden en vraagt weinig onderhoud. Regelmatige snoei om de kroon open te houden kan nuttig zijn, maar is meestal niet strikt noodzakelijk.
Bestuiving
De bloemen zijn tweeslachtig en worden bestoven door insecten. De boom is grotendeels zelfvruchtbaar, maar kruisbestuiving met andere Crataegus-soorten kan de vruchtzetting verbeteren.