ATTENTION
Les plants à racines nues sont disponibles de la mi-novembre à fin mars,
la saison idéale pour une plantation réussie.
.webp?unique=d4b5c3f)
.webp?unique=d4b5c3f)
.webp?unique=d4b5c3f)
.webp?unique=d4b5c3f)
Chaenomeles cathayensis - Cognassier de Cathay
Chinese sierkwee: grote, geurige vruchten als kleine kweeperen; rijpt in oktober, ideaal voor gelei en siroop; winterhard, bijvriendelijk en sierlijk bloeiend.
| Taille: Pot 5L |
| Porte-greffe: Propre racine (pas de porte-greffe) |
| Pollinisation: mieux avec la pollinisation croisée |
| Exposition: plein soleil, soleil à mi-ombre |
| Syntropie: 80% - 100% lumière (émergent), 60% - 80% lumière (haut) |
| pH du sol: légèrement acide, neutre |
| Humidité du sol: semi-humide |
| Rustique jusqu'à au moins: -25°C |
| Récolte: fin octobre, début octobre |
| Utilisation: cuisine (transformé) |
Chaenomeles cathayensis, de Chinese sierkwee, is een majestueuze, doornige heester uit de heuvellanden van China, Tibet en Nepal. De soort werd in de 19e eeuw in Europa geïntroduceerd als sierplant en is verwant aan de Japanse sierkwee (C. japonica) en de hybride C. × superba. In tegenstelling tot haar Japanse verwanten vormt C. cathayensis grotere struiken met opvallend grote vruchten, die sterk aan kleine kweeperen doen denken. In traditionele Aziatische tuinen werd ze gewaardeerd om haar bloesems, eetbare vruchten en medicinale eigenschappen.
De vruchten zijn groot (tot 10 cm lang), eivormig tot langwerpig, en rijpen van groen tot goudgeel met soms een oranje blos aan de zonzijde. De schil is stevig, licht wasachtig en bedekt met fijne dons. Het vruchtvlees is hard, zeer aromatisch en sterk zuur, vergelijkbaar met kweepeer, en verspreidt een intens citrusachtig parfum. Na koken of droging ontwikkelt de vrucht een rijke, bloemige smaak met citroen-, appel- en kruidige tonen — een verfijnde geur die klassieke kweeperenjam evenaart.
De struik bloeit in april–mei met grote, zachtroze tot witroze bloemen die vaak verschijnen nog vóór het blad volledig ontluikt. De vruchten rijpen in oktober en blijven lang aan de takken hangen, soms tot in november. Ze kunnen worden geoogst wanneer ze geel kleuren en sterk geuren; volledig rijpe vruchten verspreiden een aangename, bloemige appelgeur.
De vruchten zijn niet geschikt om rauw te eten door hun hardheid en zuurgraad, maar zijn uitstekend te verwerken tot jam, gelei, siroop, compote of likeur. Door het zeer hoge pectinegehalte worden ze traditioneel gebruikt als natuurlijke geleermaker in mengsels met appel of peer. De geurige vruchten kunnen ook gedroogd worden of in huis gelegd als natuurlijke luchtverfrisser — een oud gebruik in Azië en Europa.
Chaenomeles cathayensis groeit uit tot een grote, doornige struik of kleine boom van 2 tot 4 meter hoog, met boogvormige takken en glanzend donkergroen blad. De plant is uiterst winterhard (tot –25 °C) en verdraagt zowel zon als halfschaduw, al bevordert een zonnige standplaats de bloei en vruchtzetting. De bodem mag matig vruchtbaar tot rijk zijn, bij voorkeur licht zuur tot neutraal (pH 5,5–7) en goed doorlatend. Een jaarlijkse lichte snoei na de bloei houdt de struik open en stimuleert jonge scheuten waarop de bloemen verschijnen. Door zijn dichte takstructuur is hij ook geschikt als stekelige haag of nestplaats voor vogels.
De Chinese sierkwee is misschien deels zelfbestuivend, maar kruisbestuiving met andere Chaenomeles-soorten (C. japonica, C. speciosa of C. × superba) kan de vruchtzetting en vruchtgrootte garanderen. De bloemen worden druk bezocht door bijen, hommels en zweefvliegen, wat de struik een waardevolle rol geeft in een biodiverse tuin of boomgaardzoom.