AANDACHT
Blote wortel plantgoed is leverbaar van half november tot eind maart,
het ideale plantseizoen voor succesvolle aanplant.
?unique=b5536b5)
Crataegus stipulacea - Weißdorn
Amerikaanse meidoorn, verwant aan C. mexicana: kleine boom met oranje-gele vruchten, mildzoet en melig, vooral geschikt voor verwerking.
| Unterlage: Weißdorn |
| Bestäubung: selbstbestäubend |
| Belichtung: Sonne bis Halbschatten |
| Syntropie: 60% - 80% Licht (hoch) |
| pH-Wert des Bodens: leicht sauer, neutral, leicht alkalisch |
| Bodenfeuchtigkeit: halbfeucht |
| Zumindest winterhart bis: -15°C |
| Ernte: Anfang Oktober, begin december |
| Verwendung : Küche (Verarbeitung), Tafel (frisch) |
Oorsprong en achtergrond
Crataegus stipulacea is een zeldzame meidoorn uit Noord- en Midden-Amerika, die in de literatuur soms wordt beschouwd als een aparte soort, maar in de horticultuur vaak als een vorm of variëteit van Crataegus mexicana wordt gezien. De naam verwijst naar de opvallend ontwikkelde steunblaadjes (stipulae) die kenmerkend zijn voor de jonge scheuten. Door zijn verwantschap met de Mexicaanse tejocote is hij bekend als een soort met sierwaarde én eetbare vruchten, al is hij in Europa nog weinig verspreid.
Vruchten
De vruchten zijn middelgroot voor een meidoorn, rond tot licht ovaal en 1,5 tot 2 cm in diameter. Hun kleur varieert van geel tot oranje bij rijpheid. Het vruchtvlees is stevig tot meelachtig en licht zoetzuur van smaak. Zoals bij veel Crataegus bevatten de vruchten enkele harde pitten. Door hun afmeting en kleur zijn ze aantrekkelijk voor zowel mens als vogels.
Rijping
De boom bloeit in het voorjaar, meestal in mei, met witte bloemtrossen die talrijke insecten aantrekken. De vruchten rijpen in oktober-december en worden best geoogst wanneer ze volledig verkleurd zijn. Ze blijven niet heel lang stevig en worden kort na de oogst gegeten of verwerkt.
Culinair
De vruchten zijn eetbaar, maar minder uitgesproken van smaak dan die van C. mexicana. Ze kunnen vers worden gegeten, maar worden vooral gebruikt voor verwerking: confituur, compote of siroop. Dankzij hun pectinegehalte zijn ze geschikt om gelei mee te bereiden of te mengen met andere vruchten. Traditioneel werden de vruchten in de herkomststreek ook gedroogd als wintervoorraad.
Boomverzorging en onderhoud
Crataegus stipulacea groeit uit tot een kleine boom of grote struik van 4 tot 6 meter hoog. Hij vormt een vrij dichte, doornige kroon met donkergroen blad dat in de herfst geel tot rood kleurt. De soort is goed winterhard en verdraagt uiteenlopende bodems, zolang die goed doorlatend zijn. Hij houdt van een zonnige standplaats en verdraagt droge omstandigheden redelijk goed, maar doet het het best op vruchtbare leem- of zandgronden.
Bestuiving
De bloemen zijn tweeslachtig en worden bestoven door insecten. De soort is in principe zelfvruchtbaar, maar kruisbestuiving met andere Crataegus-soorten kan de vruchtzetting verbeteren en zorgen voor rijkere oogsten.